De historie van De Peel en Den Enk.
Omstreeks 1900 besloten de twee broer Adam en Jan Berent Roelvink
(beide woonachtig te Amsterdam) mee te doen aan de 'mode' om woeste
gronden aan te kopen en te ontginnen. Beide broers waren in de kracht
van hun leven (48 en 44 jaar) en beide waren zij firmant bij de
Twentsche Bank. Vermeldenswaard is dat de Peel het enige gebied in
Nederland is dat uitsluitend met particulier initiatief is ontgonnen. De
Staat heeft hier nooit wat aan bijgedragen. De twee gebroeders kochten
in een reeks van kleine aankopen van vele eigenaren uiteindelijk samen
zo'n 1000 hectare woeste veengrond voor prijzen die varieerden van Fl.
25,- tot 50,- per hectare. Periodiek trokken de broers samen van
Amsterdam naar de Peel. Zo'n reis nam 3 dagen in beslag. Eerste dag per
trein naar Helmond waar werd overnacht, tweede dag per rijtuig naar de
Peel (ca 18 km). Tegen de avond terug naar Helmond waar weer werd
overnacht en de derde dag per trein terug naar Amsterdam. Wel een bewijs
dat zij er veel voor over hadden. De Nederlandsche Heidemaatschappij
kreeg eind 1903 de opdracht de ontginning aan te vangen, wegen aan te
leggen, ontwatering te organiseren, te ploegen en aansluitend aan de
ontginning jonge bomen en planten te zetten.
De jaren daarna kon er ook al wat jonge aanplant worden gezet. Dat
het aanplanten een grote onderneming was blijkt uit de aantallen
ingekochte bomen: 1.9 miljoen eenjarige grove dennen, 26.000 berken,
4.000 beuken, 11.500 eiken, 1.300 lijsterbessen, 2.000 kastanjes en 41
lindebomen. Tot 1906 werd er met ossen geploegd maar de stoomtractor nam
het al snel over. Latere proeven met benzine- en dieseltracties werden
als mislukt beschouwd en de stoomtractor heeft nog heel lang de voorkeur
genoten. Omstreeks 1910 werd de Grintweg (later Particuliere Weg en
thans Gemertse weg) aangelegd met gebroken basalt uit Duitsland dat per
binnenvaartschip naar Nijmegen werd aangevoerd en met paard en wagen
naar de Peel werd gebracht. Voor het onderhoud van de Grintweg werd een
vaste arbeider aangesteld. Deze man heette Hanneske Martens. Deze heeft
dat 25 jaar lang gedaan en hij kreeg bij zijn zilveren jubileum een
zilveren horloge met bijpassende ketting. In 1908 bouwde Adam Roelvink
een groot landhuis voor zichzelf. Hij noemde het 'De Groote Slink'. Deze
naam kwam al op oude kaarten voor.
In 1914 hebben de twee broers hun gezamenlijke bezittingen
gelijkelijk verdeeld vanuit de overweging dat zij elk 3 kinderen hadden
en zij dachten aan de tijd dat zij er zelf niet meer zouden zijn. De
gronden van Adam gingen verder onder de naam 'De Groote Slink' en die van
Jan Berent 'De Bunthorst'. Over 'De Groote Slink' zullen wij niet
verder uitweiden anders dan dat de erven van Adam Roelvink zeer
antroposofisch waren ingesteld en het huis en de gronden overdroegen aan
de antroposofische Stichting Bronlaak. Aan het eind van de 20e eeuw is
daar een waar dorp gebouwd voor geestelijk en lichamelijk beperkten.
In 1914 maakte Jan Berent Roelvink plannen om een zomer-landhuis op
de Bunthorst te bouwen. Dit werd uitgesteld i.v.m. ziekte van zijn
vrouw. Het is er niet meer van gekomen want in 1916 overleed Jan Berent
Roelvink op 63 jarige leeftijd. Zijn dochter Judith Barbara Roelvink
getrouwd met Guilaume Francois Zweerts, bouwde een jaar later in 1917
het landhuis 'De Bunthorst'. Het ontwerp van dat prachtige landhuis was
geïnspireerd op het huis 'De Lange Hut' bij Arnhem. Helaas brandde dit
huis tot de grond toe af in de winter van 1941 als gevolg van een lek in
de schoorsteen. De familie en de aanwezige gasten hielpen de inboedel
naar buiten te dragen. De wanhoop moet onbeschrijfelijk zijn geweest.
Aan blussen viel niet te denken, alles was bevroren, er was geen
bluswater in de buurt en het huis met rieten dak brandde als een fakkel.
De broer en zuster van Judith Barbara Roelvink spelen uiteindelijk geen
rol meer in de geschiedenis van de Bunthorst.
Indien u wil weten hoe dit verhaal verder gaat, stuur ons dan een e-mail en vraag om de ontstaansgeschiedenis van Den Enk.
Indien u wil weten hoe dit verhaal verder gaat, stuur ons dan een e-mail en vraag om de ontstaansgeschiedenis van Den Enk.